Op deze pagina worden de meest bekende hoogtepunten uit Bergens historie in chronologische volgorde vermeld. Meer informatie is te vinden in de rubriek Wetenswaardigheden en in de lemma’s van de Bergense Kroniek. Foto’s werden grotendeels aangeleverd door Fred Jostmeijer en Piet Mooij. Aanvullingen c.q. correcties graag mailen naar website@hvb-nh.nl
Bergen is een dorp met een lange geschiedenis, meer dan je misschien van een bescheiden dorp zou verwachten.
Aan de Oosterdijk op Zanegeest, op de uiterste rand van de oude strandwal, is deze urn gevonden uit de 2e eeuw na Christus. Het betreft Fries aardewerk van 20 cm hoog, gebruikt om de asresten van een overledene in te bewaren.
De oudste vermelding van Bergen is die in een document dat oorspronkelijk uit het begin van de 10de eeuw stamt. In Bergen zijn dan 5 hoeven in bezit van de Domkerk (dus niet het bisdom) van Utrecht.
Het dorp krijgt omstreeks 1280 onder Floris V de status van Ambachtsheerlijkheid, d.w.z. een dorp waarover de bestuurlijke en juridische bevoegdheden (ambacht = uitoefening van een overheidsambt) door het hogere gezag (in dit geval de graaf van Holland) aan een adellijk heer in leen waren gegeven.
In 1428 wordt het een hoge heerlijkheid, wat wil zeggen dat de heer van Bergen straffen mag opleggen tot en met de doodstraf aan toe.
U ziet hiernaast het oude wapen van de heerlijkheid Bergen dat in 1921 bij Koninklijk Besluit is vastgesteld.
Een bijzonder zware noordwesterstorm, de Sint Elisabethsvloed, veroorzaakte in de nacht van 18 op 19 november 1421 overal langs de kust en in het binnenland overstromingen, waardoor onder meer het oude dorp Petten door de zee werd verzwolgen. De naam van de vloed is ontleend aan de naamdag van de katholieke heilige Elisabeth.
Na de storm werd aan de oever van Zanegeest een kistje aangetroffen met daarin een pyxis (rond doosje) en ciborie (kelk met deksel). In beide werden hosties gevonden. Die waren, omdat ze daarin waren opgeborgen, geconsacreerd en golden dus als ‘het lichaam van Christus’. Alleen een priester mocht ze nuttigen, wat de van elders toegesnelde pastoor van Petten dan ook deed. Echter, het zeewater in het kistje, dat wegens de aanraking met de hosties óók als gewijd gold, stond hem dermate tegen, dat hij het in een schaal goot die in een kast werd opgeborgen. Die schaal werd een half jaar later, dus in 1422, gevonden en daarin bleek het water te zijn opgedroogd tot een vlies met een rode kleur. Dat werd geïnterpreteerd als ‘het bloed van Christus’ en dat is na onderzoek door een keur aan prelaten erkend als ‘Het Bloedwonder’, ‘Het Heilig Bloed van Bergen’ of ‘Het Mirakel van Bergen’.
Het Mirakel van Bergen bracht een grote toeloop van pelgrims teweeg, zodat in de periode 1450-1520 een flinke pelgrimskerk werd gebouwd, de grootste van Noord-Holland. De huidige Ruïnekerk is wat resteert van deze grote kerk.
Links ziet u een fresco van Jaap Min in de Petrus en Pauluskerk (in de Dorpsstraat) te Bergen, gemaakt ca. 1950.Te zien zijn onder meer de doorbraak van de zee, de kerk van Petten in 1421 en de vondst van het kistje met de hostie.
In 1564-1565 werd het Bergermeer drooggelegd in een gezamenlijk project van de Heer van Bergen, Hendrik van Brederode, en de Heer van Egmond, Lamoraal, die het Egmondermeer drooglegde. Beide Heren speelden een grote rol in het begin van de 80-jarige oorlog tegen de Spanjaarden: Lamoraal werd in 1568 onthoofd in Brussel, Hendrik was voor zijn overlijden in 1568 de leider van de opstand en werd daarom de ‘grote Geus’ genoemd.
U ziet hiernaast een kaart van de Bergermeer, gemaakt door Adriaan Anthonisz ten tijde van de drooglegging. Duidelijk zichtbaar zijn de ringsloot, de afzonderlijke percelen en bovenaan het dorp Bergen. De kaart diende met name om voor ieder koper zichtbaar te maken waar zijn kavel lag, wie zijn buren waren, waar de wegen liepen, etc..
In 1570 zette de Allerheiligenvloed de Bergermeer weer onder water. Door de oorlogshandelingen en de afhandeling van de erfenis van Hendrik van Brederode duurde het tot eind 1579 dat de polder opnieuw werd drooggelegd.
De Ruïnekerk
Het Mirakel van Bergen in 1422 bracht een grote toeloop van pelgrims teweeg. Daarom werd in de periode 1450-1520 een flinke pelgrimskerk gebouwd. De huidige Ruïnekerk is wat resteert van deze grote kerk. Tijdens de 80-jarige oorlog belegeren Spaanse troepen van 21 augustus tot 8 oktober 1573 Alkmaar. In de dorpen in de omgeving, ook Bergen, worden de troepen ondergebracht. Na de aftocht van de Spanjaarden verwoesten de Geuzen in 1574 deels de pelgrimskerk zodat hij niet opnieuw kan worden gebruikt door de Spanjaarden als ze nog eens zouden terugkomen. Het koorgedeelte wordt weer hersteld en vervolgens gebruikt als protestantse kerk. In 1799 wordt de kerk opnieuw zwaar beschadigd. Vele kogelgaten en -inslagen getuigen nog van de strijd rond de kerk tussen de Bataafs-Franse troepen en het Engels-Russische invasieleger. Tijdens de restauratie van 1955-1961 is de kerk aan de westkant vergroot en voorzien van een Zaans entreehuisje. Op de fraai gerestaureerde westgevel prijkt het jaartal 1958 ter herinnering aan deze laatste grote restauratie. Toen de kerkvoogden in de 19e eeuw het ruïnedeel wilden opruimen, werd dit tegengehouden door de Academie van Wetenschappen. Daaraan danken wij nu nog dit sfeervolle deel van Bergen.
Het Oude Hof
In het bos ten zuiden van de Eeuwigelaan staat Huize Hof van Bergen, beter bekend als het (Oude) Hof. Jonkheer Studler van Surck, Heer van Bergen, liet het gebouw neerzetten in de jaren na 1642. De tuin werd volgens de laatste mode met rechte lanen aangelegd en liep helemaal door tot het huidige Duinvermaak, met de Sparrenlaan als centrale as. Er werden, in afwachting van de bouw van het hoofdhuis, twee dienstgebouwen neergezet. Het ene is in 1829 gesloopt, en het andere vormt de kern van het huidige gebouw. Het hoofdgebouw zelf is er nooit gekomen. Het hele terrein is eigendom van de gemeente Bergen en het gebouw wordt geëxploiteerd door één van de Bergense hotels. De bijzondere tuin met de Slangenmuur is één keer per jaar aan het eind van de zomer tijdens de Open Dagen te bezichtigen. Schuin tegenover het witte gebouw staat de Zwarte Schuur. Deze dateert van 1851 en was oorspronkelijk een houtzagerij en timmermanswerkplaats. De Zwarte Schuur is nu in gebruik als filmzaal door Cinebergen.
Een expeditieleger van 24.000 Engelsen en Russen landde in augustus en september 1799 bij Groote Keeten en Den Helder; even zoveel Bataven (Nederlanders) en Fransen kwamen tegenover hen te staan. Op 19 september werd slag geleverd bij Bergen, op 2 oktober bij Bergen aan Zee en op 6 oktober bij Castricum. De bedoeling was Nederland uit de invloedssfeer van de Fransen te halen en tevens het Huis van Oranje weer aan de macht te helpen, maar zover is het niet gekomen: het Engels-Russische leger capituleerde op 18 oktober 1799 in Alkmaar.
Een greep uit de gevolgen: het Schulpslag werd in Bergen aan Zee volledig verwoest, de Ruïnekerk in Bergen werd opnieuw beschadigd, Schoorl werd grotendeels verwoest (alleen de kerk doorstond het geweld) en uiteraard duizenden doden en gewonden.
Op de plaats van het huidige Russenduin bij Bergen aan Zee bevindt zich een massagraf van gesneuvelde Russen. Over dit massagraf is vervolgens het Russenduin, waarop nu huize Glory staat, opgestoven. Op de plek van het Russisch Monument liggen ongeveer 560 Russen begraven.
De onderste afbeelding laat de strijd zien in het centrum van Bergen bij de Ruïnekerk: links de Bataafs-Franse troepen en rechts de Engels-Russische. De schilder heeft, om een goed overzicht te krijgen, de kerk en de herberg ten opzichte van elkaar verplaatst.
Daarboven een foto van het Russisch Monument aan de Russenweg in Bergen, eigendom van de Russische staat. Regelmatig worden herdenkingen gehouden, met kransleggingen, in aanwezigheid van hoogwaardigheidsbekleders, waaronder Russische.
Via vererving gaat de Heerlijkheid eerst over naar het geslacht Nassau-Bergen, dan naar het geslacht Van Mulert en tenslotte in 1815 naar het geslacht Barnaart. Deze laatste woont niet meer op het Oude Hof en laat het gedeeltelijk slopen. In 1851 komt de hele Heerlijkheid in veiling en wordt dan gekocht door mr. Jan Jacob van Reenen. Hij betrekt het Oude Hof.
Kort voor zijn overlijden in 1883 heeft Jan Jacob voor zijn oudste zoon Jacob een nieuw huis laten bouwen: Kranenburgh (zie hiernaast), thans museum, waar naast een vaste collectie van de Bergense School wisselende exposities worden gehouden. De naam ‘Kranenburgh’ verwijst naar een ouder landgoed uit de 16e eeuw waar de toenmalige baljuw (hoogste rechtsvertegenwoordiger) Sebastiaen Craenhals verbleef.
Jacob van Reenen wordt behalve Heer ook burgemeester. Hij ontwikkelt Bergen samen met zijn vrouw Marie Völter. Er komen steeds meer pensions in het dorp. De Van Reenens beginnen met het verkopen van een deel van hun grond voor de bouw van villa’s. Als eerste het kleine villaparkje aan de Jan Jacoblaan omstreeks 1875, daarná volgen vanaf 1906 Bergen aan Zee en twee niet-geslaagde projecten in het duin (Verbrande Pan en Zanderij Franschman) en vanaf 1912 komt de BBMBB met Van Reenenpark, Eeuwigelaan en andere projecten.
In 1906 stichten ze de badplaats Bergen aan Zee. Al vier decennia eerder begonnen ze zich te beijveren voor een spoorwegverbinding met Alkmaar. In 1909 was de spoorwegverbinding klaar van Bergen aan Zee naar Alkmaar en verder naar Amsterdam.
Kunstenaars ontdekken vanaf het eind van de 19e eeuw het dorp. Vooral de schilders trekken de aandacht: een aantal van hen vormt begin 20e eeuw de Bergense School. Deze Bergense School genoot internationale bekendheid en zette het Noord-Hollandse dorp aan de Noordzee op de kaart. In Bergen ontstaat ook verder een rijk en cultureel gezelligheids- en verenigingsleven.
Hiernaast een werk van Frans Huysmans uit 1914 in de stijl van de Bergense School; de dansavond vond waarschijnlijk plaats in de Rustende Jager (het werk bevindt zich in het Historisch Museum Alkmaar).
Bergen aan Zee wordt na de oorlog herbouwd. Ook in Bergen zelf worden dan nieuwe wijken gebouwd, nu ook voor ‘de gewone man’: in de jaren zestig bijvoorbeeld de wijk ‘de Negen Nessen’. Een groot deel van deze wijk werd toegewezen aan ‘Europeanen’ die bij Euratom en het toenmalige Reactor Centrum Nederland in Petten werkzaam waren. De spoorlijn wordt in 1955 opgeheven. Vele Bergenaren en badgasten uit die tijd betreuren nog steeds het verlies van hun Bello, de stoomlocomotief die nu dienst doet op de museumlijn tussen Hoorn en Medemblik.
Na de samenvoeging van de gemeenten Bergen, Egmond en Schoorl, op 1 januari 2001, is een nieuw gemeentewapen verleend en in gebruik genomen.
Het oorspronkelijke wapen van Bergen NH met de 6 merletten ziet u aan het begin van dit overzicht.
Elk van de 3 hoofdkernen heeft zijn eigen Historische Vereniging behouden.