Begraafplaats Kerkedijk (algemeen, rooms-katholiek en oorlogsbegraafplaats)
De begraafplaats aan de Kerkedijk, aangelegd in 1920, heeft een algemeen en een RK gedeelte. De geallieerde begraafplaats maakt onderdeel uit van het algemene gedeelte.
Naast een Groot Offerkruis en 260 graven van in de regio gesneuvelde Britse, Canadese, Australische, Nieuw-Zeelandse en Poolse militairen, vindt u er een verzetsmonument, een propellerblad-monument (onthuld op 3 mei 1980), een muur met register en een Joods monument (onthuld in mei 2000). Geen begraven Amerikanen, want zij werden overgebracht naar de USA of naar Margraten. Duitse oorlogsgraven zijn er ook niet meer aan de Kerkedijk. Naast een paar graven op het algemene en katholieke deel, waren er op een apart gedeelte diverse gesneuvelde Duitsers begraven, maar later zijn die allemaal herbegraven in IJsselstein. Over de Bergense geschiedkundige verhandelingen van 1945 tot 1995 en de stichting “Remembrance and Friendship Bergen N.H. 1939-1945” kunt u meer lezen in een boekwerk van ons erelid J.J. Kroon, uitgegeven in 1996. Van de hand van dezelfde schrijver is ook een artikel over de militaire begraafplaats verschenen in de Kroniek 12e jaargang nr 1, bladzijde 16.
Begraafplaats Kerkedijk (algemeen, rooms-katholiek en oorlogsbegraafplaats)
De begraafplaats aan de Kerkedijk, aangelegd in 1920, heeft een algemeen en een RK gedeelte. De geallieerde begraafplaats maakt onderdeel uit van het algemene gedeelte.
Naast een Groot Offerkruis en 260 graven van in de regio gesneuvelde Britse, Canadese, Australische, Nieuw-Zeelandse en Poolse militairen, vindt u er een verzetsmonument, een propellerblad-monument (onthuld op 3 mei 1980), een muur met register en een Joods monument (onthuld in mei 2000). Geen begraven Amerikanen, want zij werden overgebracht naar de USA of naar Margraten. Duitse oorlogsgraven zijn er ook niet meer aan de Kerkedijk. Naast een paar graven op het algemene en katholieke deel, waren er op een apart gedeelte diverse gesneuvelde Duitsers begraven, maar later zijn die allemaal herbegraven in IJsselstein. Over de Bergense geschiedkundige verhandelingen van 1945 tot 1995 en de stichting “Remembrance and Friendship Bergen N.H. 1939-1945” kunt u meer lezen in een boekwerk van ons erelid J.J. Kroon, uitgegeven in 1996. Van de hand van dezelfde schrijver is ook een artikel over de militaire begraafplaats verschenen in de Kroniek 12e jaargang nr 1, bladzijde 16.
Begraafplaats Ruïnelaan
Van oudsher werd in Bergen in en om de Ruïnekerk begraven. Met de groei van de bevolking ontstond er in het midden van de 19e eeuw behoefte aan een nieuwe begraafplaats buiten de bebouwde kom. De gemeente had echter geen grond voor een nieuwe begraafplaats ter beschikking. De Heer van Bergen, Jan Jacobus Henricus van Reenen, kwam daarop met het aanbod “een stuk boschland gelegen op de Zuidergeest en in de Kerkbuurt” aan de gemeente af te staan voor het beoogde doel. De schenkingsakte werd vervolgens op 8 oktober 1863 gepasseerd.
Op 6 juli 1864 is de begraafplaats, naar een ontwerp van gemeentearchitect C. Stuurman Czn., in gebruik genomen. De begraafplaats kent een algemeen (protestants) en een rooms-katholiek gedeelte, in opdracht van de bisschop van Haarlem gescheiden door beukenhagen.
Tot 1920, het jaar waarin de begraafplaats aan de Kerkedijk in gebruik werd genomen, werden alle overledenen hier begraven. Daarna nog enkele in familiegraven, tot 1953.
De sterk in verval geraakte begraafplaats is in 1996 geadopteerd door de HVB. Een enthousiaste groep vrijwilligers is toen, in nauw overleg met de gemeente Bergen, gestart met de renovatie. Die is inmiddels afgerond en nu vindt in de zomermaanden op donderdagmiddag het regelmatig onderhoud plaats. Dan, en op de jaarlijkse Open Monumentendag, zijn bezoekers van harte welkom.
In 2009 is het toegangspad op initiatief van de werkgroep vernoemd naar Piet Mooij.
In 2010 heeft de begraafplaats de status gemeentelijk monument gekregen.
Zie de Kroniek 5e jaargang nr. 1, blz. 4, en de Kroniek 16e jaargang nr. 2, blz. 9.
Bio Vacantieoord, het huidige Huize Glory
In 1917 werd de villa Russenduin (thans Huize Glory, eerste foto) gebouwd op het Russenduin bij Bergen aan Zee in opdracht van de Baarnse zakenman August Janssen, die kort na de oplevering in 1918 overleed. Daarna stond het leeg tot 1933 toen het Bio Vacantieoord werd, een huis waar kinderen die dat nodig hadden, de “bleekneusjes”, konden aansterken. De gelden werden verkregen door collectes in bioscopen in geheel Nederland.
De toren van het hoofdgebouw is door de Duitsers in de 2e wereldoorlog verhoogd. Begin jaren 70 betrok de religieuze Stichting Verenigingskerk voor Nederland het complex. Tegenwoordig is het een comfortabel hotel met restaurant.
Op de tweede foto zie je de bleekneusjes uit het gymlokaal of zwembad komen. Dit gebouw staat nog steeds – verscholen – bij het hoofdgebouw.
Zie Kroniek 15e jaargang nr 2, bladzijde 28.
Duinvermaak
In 1911 verrees ‘Cafe Duinvermaak’ op de huidige hoek Breelaan-Zwarteweg-Duinweg op de plek van een oudere uitspanning uit de 19e eeuw. Het is een Rijksmonument, ontworpen door van Jan Leijen, glazenier Bogtman heeft de mooie ramen gemaakt. In de volksmond was de bebouwing vroeger bekend onder de naam ‘Het vrouwtje aan ’t duin’. In de periode 1857 – april 1975 voerde de familie Bruin de scepter in Duinvermaak. Verdwenen achter het huidige gebouw is een grote zaal waar vroeger schoolreisjes, feesten en tentoonstellingen plaatsvonden. Ook diende de zaal als uitwijkmogelijkheid bij slecht weer voor uitvoeringen die gepland waren in het Openluchttheater.
Op de onderste foto van rond 1905 is de doorrij-stal zichtbaar.
Op de bovenste foto ‘file-vorming’ anno 1920 bij het nieuwe Duinvermaak.
Zie Kroniek 14e jaargang nr 2, bladzijde
Franschman
De naam van de huidige boerderij is afkomstig van het achtergelegen duin waar een Franse soldaat werd gevonden die in de slag bij Bergen in 1799 was gesneuveld.
Tot enkele jaren geleden was een zandluikje zichtbaar in de naar de Donkere Hoek gerichte gevel van de boerderij. Men kon bij dat loket duinzand kopen met zandbonnen. U ziet er hier een voorbeeld van zo’n bon. Het zand werd afgegraven uit de ‘Zanderij’. Deze Zanderij was gelegen op de plaats van de huidige schaapskooi. Er is een compleet duin afgegraven – wat duurde tot het eind van de jaren 1950.
Gemeentehuis Raadhuisstraat
In 1903 werd aan de Raadhuisstraat een nieuw Raadhuis gebouwd, het gemeentehuis. De gemeenteraad vergaderde er, de secretarie was er gevestigd en de burgerlijke stand. Andere diensten zaten elders.
Op de foto uit 1904 poseert een deel van de Bergense dorpsjeugd. Het achterste gedeelte (links op de foto) was eerst onderwijzerswoning, de school zelf stond aan de overkant op de hoek van de Ruïnelaan (Schoolstraat) en de Dorpsstraat. Tevens deed de zolder van het Raadhuis dienst als museum.
Zie de Kroniek 15e jaargang nummer 2, bladzijde 27.
Gemeentehuis Elkshove
De naam Elkshove is bedacht door Jo Bekius, de vader van de dominee Bekius. Hij was lid van de commissie die in de 50-er jaren de ouderenzorg in Bergen op poten moest zetten. Volgens zeggen was er sprake van een wedstrijd om een goede naam te bedenken voor het nieuwe bejaardencentrum (zie de eerste foto). Deze wedstrijd is door Jo Bekius gewonnen.
De familie Bekius kwam uit Friesland. waar ‘hove’ de aanduiding is van een gebouw of woonstede. Het voorvoegsel ‘Elks’ moest aangeven dat iedereen er welkom was. Het moest een thuis worden voor iedereen, arm of rijk, vandaar dus de naam Elkshove.
Echter, toen Jo Bekius in 1969 overleed, peinsde zijn weduwe er absoluut niet over om haar huis aan de Mosselenbuurt, Klein Hof geheten, in te ruilen voor Elkshove. Zo ‘Elks’ was het dus ook weer niet!
Een deel van het bejaardencentrum Elkshove werd in het najaar van 1977 gesloopt om de bouw van een nieuw gemeentehuis mogelijk te maken. Op de tweede foto een nog kaal terrein met de hoofdentree van dit gemeentehuis, dat werd geopend op 24 september 1980. Tijdens de fusie met Egmond en Schoorl in het jaar 2000 verhuisde het gemeentehuis naar de Jan Ligthartstraat, net over de grens met Alkmaar. Het gemeentehuis Elkshove werd gesloopt en maakte in 2015 plaats voor de huidige brandweerkazerne.
Gerecht van Bergen
Op de grens van de vroegere gemeenten Bergen en Schoorl, nabij het tegenwoordige Blooming, stond vroeger een galg. Deze was bedoeld als waarschuwing dat voor zware misdaden desnoods de galg als straf kon worden toegepast.
Zie de onderste afbeelding.
Bergen beschikte destijds over een Rechthuis aan de tegenwoordige Raadhuisstraat, ter plekke van het latere Raadhuis. Voor of naast het Rechthuis vonden ook de executies plaats. In ’t Sterkenhuis staat een wieg waarop het Rechthuis geschilderd is (zie de bovenste afbeelding).
Zie ook de Kronieken 3e jaargang nummer 1, bladzijde 4, 13e jaargang nummer 2, bladzijde 3, en 14e jaargang nummer 2, bladzijde
Grammofoonplaat
In december 1973 gaf de “Stichting Ontmoetingscentrum De Rus” een grammofoonplaat uit in een oplage van 2500 stuks met een veertiental bijdragen van het Bergense verenigingsleven en bekende personen zoals Janie Roland Holst, Neeltje Maria Min, Herbert Joeks, Ans Wortel en Gerard Hengeveld. Daarnaast werden diverse acties gehouden, o.a. de uitgifte van certificaten. De opbrengst bleek uiteindelijk onvoldoende.
De stichting werd opgericht om een multifunctioneel cultureel centrum te realiseren in het destijds leegstaande complex van de Rustende Jager. Naast de Bibliotheek en het Dorpshuis zou de grote zaal in die opzet behouden kunnen blijven voor vergaderingen, film- en toneelvoorstellingen, exposities e.d..
Op de foto, genomen in het toenmalige restaurant, overhandigt Jan Duyvis het eerste exemplaar aan Jef Schrama. Naast hem zijn zoon Lex.
Haventje (Schermersloot)
In 1919 startte de motorbootdienst Bergen-Amsterdam door het Noord-Hollands kanaal.
De aanlegplaats in Bergen is nog steeds terug te vinden aan de Schapenlaan. U ziet op de bovenste foto een schip liggen aan de Schapenlaan in de ‘zwaaikom’, een verbreed stuk water om het schip te kunnen laten draaien.
Op de tweede foto familie en kennissen van schipper Kleverlaan op de roef van de ‘Bergen II’ bij de losplaats. Het einde van de motorbootdienst viel ongeveer in 1933. In glorietijden kende Bergen dus een haven (1919-1933), een (militair) vliegveld (1938-1939) en een trein/tram (1906-1955).
Zie ook de Kroniek 4e jaargang nummer 2, bladzijde 45, en de themanummers maart 1997 bladzijde 19 en april 2006 bladzijde 26.
Hertenkamp
Na de verkaveling van de Renbaan in 1912 werd een deel van het terrein door Jacob van Reenen geschonken aan de gemeente om er een hertenkamp aan te leggen.
Toen Jacob in 1923 afscheid nam als burgemeester, werd hem door de burgerij een bank met een reliëf van Tjipke Visser aangeboden.
De bovenste foto dateert van omtrent 1918.
In 1947 werd er een hoog ooievaarsnest neergezet, maar voor zover bekend heeft er, behalve een kunstexemplaar, nooit een ooievaar genesteld. De tweede foto is waarschijnlijk gemaakt in 1975 toen Wout Akerboom jr. nog een laatste poging deed een ooievaar te lokken.
Zie ook de Kroniek 8e jaargang nummer 1, bladzijde 3.
Het Huis Ramp
Ooit heeft in Bergen een fraai kasteeltje gestaan. Op de kaart van Blaeu, circa 1660, is de locatie duidelijk aangegeven. Het huis begon als een donjon (versterkte toren) in 1509 waarna het begin 17e eeuw omgebouwd werd tot een heus kasteeltje. Kort na 1775 werd het huis afgebroken.
Echte overblijfselen zijn niet vindbaar, wel staan er nog oude beuken langs het einde van de Buerweg die de grens aangeven van het Rampenbos. Een grasveldje met een picknicktafel op de hoek van de Slotrampweg en het Wiertdijkje geeft een aardige aanduiding van de oorspronkelijke locatie.
De familie Ramp was afkomstig uit Haarlem en bleef Rooms-Katholiek na de Reformatie. Ze hadden een eigen huiskapel op het slot.
Zie ook de Kronieken 1e jaargang nummer 2, bladzijde 25, 12e jaargang nummer 1, bladzijde 3, en 15e jaargang nummer 2, bladzijde 6.
Interneringskamp Vinkenkrocht
In 1914 werd in Wereldoorlog I een interneringskamp opgebouwd aan de Breelaan bij de Vinkenkrocht. Eerst met simpele tenten, die op de bovenste foto te zien zijn. Later werd het aanzienlijk vergroot (zie onderste foto).
Andere mooie foto’s zijn te zien in de Bonda collectie van het Regionaal Archief en in het boek ‘Bergen door de ogen van Bonda’ uit 2010, pagina 108 e.v..
Zie ook de Kroniek 6e jaargang nummer 1, bladzijde 10.
Katingo
De bekendste stranding was die van het Panamese vrachtschip Katingo in de nacht van 21 op 22 december 1954. Een gouden periode voor patatbakker Hoebe, waaraan door het vlot trekken in de nacht van 18 op 19 februari 1955 een einde kwam.
Kranenburgh
Huize Kranenburgh aan de Hoflaan 22, werd gebouwd in 1883 en jaren bewoond door de familie Jacob (burgemeester, Heer van Bergen) van Reenen. De eerste foto toont het vooraanzicht van Kranenburgh; achter het bovenraam links was de werkkamer van Heer Jacob. Later door velen bewoond, onder andere door de schilderes Ans Wortel. Tegenwoordig doet het dienst als museum en als VVV. In januari 2011 heeft de gemeente de naam gewijzigd in ‘Nieuw Kranenburg’, maar in 2013 werd de naam weer Kranenburgh.
Zie ook de Kronieken 9e jaargang nummer 1, bladzijde 10, en 17e jaargang nummer 1, bladzijde 12.
Melkfabriek Wilhelmina
De zuivelfabriek aan de Bergerweg, gestart in 1906, werd opgeheven in 1950.
Na sluiting van de melkfabriek is er eerst een markiezenopslag gevestigd geweest en later een autosloperij plus handel in onderdelen van de firma Anema.
In 1988 werd alles gesloopt en sindsdien resteert slechts een vervuild, met folie en grond afgedekt terrein dat nu bedekt is met zonnepanelen.
[Zie ook het boek ‘Stoomzuivelfabriek Wilhelmina Bergen NH 1906-1950’].
Merelhof
Dit leuke bejaardenhofje tussen de midgetgolfbaan en Kranenburg verbindt het Kerkepad met de Renbaanlaan. Het is gebouwd in twee fasen tussen 1949 en 1952. Bij de voltooiing werd het beeldje onthuld, gemaakt door Jeanne Kouwenaar-Bijlo, getiteld: ‘Vreugde over het ontwaken van de natuur’. Voor het beeldje heeft de Bergense historicus Frits David Zeiler model gezeten.
De aanleg vond plaats in 1949 naar een ontwerp van de heren Roggeveen en Hooning.
[Zie ook de Kroniek 15e jrg. nr 2 blz 20 ev].
Molens
De Berger- en Egmondermeer waren een van de eerste (1564-1565) droogmakerijen in Noord-Holland. Naast de molens die daarbij een rol speelden, kende Bergen diverse andere molens.
Gezien de grenscorrecties in de loop der eeuwen, en de meest recente wegens de samenvoeging van Bergen met Egmond en Schoorl, beperkt de HVB zich tot het Bergense deel van vóór de samenvoeging. Hier bevinden zich nog slechts twee molens, n.l. de Damlander molen (oorspronkelijk van 1578) en de Philisteinsche molen (1897). In de onmiddellijke omgeving staan daarnaast de Sluismolen (de eerste stond er al in 1560 en is later verplaatst), de Viaanse molen (± 1565, later verplaatst), de Wimmenumer (1774), de Bosmolen (gebouwd tijdens de 2e droogmaking ca.1579) en de Robonsbosmolen (1781).
Verdwenen zijn o.a. de dorpskorenmolen (gesloopt 1835), een papiermolen aan de Roosloot (afgebrand 1674), Zuurvensmolen (verbrand in 1949), de Oudburgermolen (verbrand 1955), Noorderrekermolen (gesloopt 1930), de Middenrekermolen (gesloopt 1932), de Zuiderrekermolen (vermoedelijk al voor de 19e eeuw verdwenen), Langerijmsmolen (gebouwd 1564-1565 en gesloopt in 1573) en de Dikke molen (nabij de Batavier, gebouwd in 1578 en gesloopt in 1922).[Zie ook het themanummer ’Polders rond Bergen’ van april 2006].
De zwart-witfoto toont de Philisteinsche molen en op de kleurenfoto ziet u de Wimmenumer molen.
Museum ‘t Sterkenhuis
Oude Prinsweg 21.
Architect Maurits Plate verbouwde in 1913 in opdracht van Jacob Sterken een vervallen langhuisboerderij. Deze boerderij werd met eenderde ingekort en opnieuw ingedeeld. De stadse trapgevel uit 1655 bleef bewaard. Het pand kreeg de naam ’t Sterkenhuis. Reeds 10 jaar eerder was door de Vrouwe van Bergen, mevrouw M.A.D. van Reenen-Völter, in het nieuwe raadhuis een oudheidkamer ingericht. In 1915 werd op haar nadrukkelijke wens deze collectie overgebracht naar ’t Sterkenhuis, waar ze verder werd uitgebreid. Zo ontstond het opmerkelijke museum op het Noord-Hollandse platteland dat ’t Sterkenhuis tot op de dag van vandaag is gebleven. Vooral in de middenkamer zijn de meeste objecten van het eerste museum van 1903 te zien.
Tentoonstellingen
Van mei tot oktober vindt een jaarlijks wisselende tentoonstelling plaats.
Geopend
Mei en juni
di t/m zo van 13.00 – 17.00
Juli en augustus
di t/m za van 13.00 – 17.00
September en oktober
di t/m za van 13.00 – 17.00
Kunst Tiendaagse
alle dagen van 11.00 – 17.00
groepen ook op afspraak
Zie ook de website van museum ’t Sterkenhuis.
Muziektuin
In 1909 werd aan de Eeuwigelaan op de hoek met de Komlaan een gemeentelijke muziektent gebouwd voor openluchtconcerten.
Bergens Harmonie heeft hier menig zomeravond-concert gegeven, meestal op maandag. Rond 1966 werd gestopt met het geven van concerten.
In 1972/1973 werd door het I.V.N en de gemeente een heemtuin ingericht, omgeven door een hek, waarin excursies werden gegeven. Omdat de planten regelmatig uit de tuin werden ontvreemd, en ook het onderhoud niet goed werd uitgevoerd, is de tuin weer opgegeven.
Op de eerste foto uit ± 1935 een blik op de ‘muziektuin’ vanaf de Ronde Kom.
Een bijzonder verhaal dateert uit 1920 toen veldwachter-politiechef Johan van der Klerk een inbreker betrapte die zijn bij welgestelde bewoners gestolen goederen had verstopt onder de muziektent. De crimineel (Henk Bult, ex soldaat in het Franse Vreemdelingenlegioen) schoot de veldwachter in zijn arm en vluchtte, maar ontliep later zijn straf niet.
Nassau-Bergen
Opdracht tot de aanleg van de Zeeweg werd in 1905 gegeven door Jacob van Reenen, waarna overleg met C.F. Zeiler leidde tot een gefaseerde bouw van een hotel in de nieuwe badplaats. In de zomer van 1907 opende Café-restaurant Nassau zijn deuren met toen 1 logeerkamer. In 1909 was de eerste uitbreiding tot hotel, naar ontwerp van Berlage, gereed. In 1913 werd Nassau-Bergen voltooid. Op 24 juni 1909 reed de eerste trein van Alkmaar naar Bergen aan Zee en door een directe treinverbinding met Amsterdam in 1925 stroomden daarna ook vele dagjesmensen toe.
De bovenste foto toont de Strandboulevard rond 1935. Opvallend is hoe de zee later landinwaarts is gekomen! Op de tweede foto ziet u de achterzijde in 1937, met geheel links de villa Ulysses, die als zomerverblijf door de Van Reenens werd gebruikt.
Na ontruiming van het hotel in 1942 werd het in de zomer van 1943 op last van de Duitsers gesloopt in het kader van de aanleg van de Atlantikwall.
In 1946 vond heropening plaats op een tijdelijke locatie aan het Parnassiapark, waarna op het naastgelegen duin een compleet nieuw hotel werd gebouwd in 1952-1953. Zie ook de Kronieken 5e jaargang nummer 2, bladzijde 3, en 13e jaargang nummer 1.
Openluchttheater-skibaan
Het Bergense Openluchttheater op het terrein van de Zandhoeve van de familie Mac Donald en daarna de toenmalige Volkshogeschool (tegenwoordig Blooming), verrees als jeugdwerkelozen-project in 1935 tijdens de crisisjaren. Het theater werd gerund door de VVV. Vanaf 1950 tot 1988 was het theater ondergebracht in een aparte Stichting VVV Openluchttheater.
Voor 1940 traden er o.a. befaamde Bergense toneelverenigingen op. Na de oorlog traden ook bekende artiesten op als Swiebertje en Pipo de Clown met Klukkluk (Bergenaar Herbert Joeks). Een schamel houten gebouwtje deed dienst als kleedkamer en toiletruimte. Het toneel van het openluchttheater werd gevormd door een iets verhoogde Bühne (grasgedeelte, soms een toneelvloer), afgescheiden van de tribune door een verzonken betonnen bouwwerk dat dienst deed voor licht/geluidsbediening, souffleren e.d.. In de ‘orkestbak’ kon ook goed gemusiceerd worden.
In 1969 is op de plaats van de tribune, met als fundament de betonnen zitplaatsen, de eerste borstelbaan-versie van een skibaan, aangelegd door vrijwilligers van de skiclub Il Primo en de VVV.
De opening van deze skibaan vond plaats op zaterdag 27 september 1969 door wethouder Freek Verstegen in aanwezigheid van de TV met als presentatrice Elles Berger. Vanaf 1969 was bij Il Primo jarenlang de Oostenrijkse skileraar Sigi Moser actief.
Het Oude Hof
In het bos ten zuiden van de Eeuwigelaan staat ‘Huize Hof van Bergen’, beter bekend als ‘Het Oude Hof’, tegenwoordig Het Hof genoemd.
Jonkheer Studler van Surck, Heer van Bergen, liet het gebouw neerzetten kort na 1642, inclusief de aanleg van de fraaie rechte lanenstructuur met de Sparrenlaan als centrale as. Er werden, in afwachting van de bouw van het hoofdhuis, twee zgn. bouwhuizen (dienstgebouwen) neergezet, waarvan het linker de kern van het huidige gebouw vormt, en het rechter, dat uitgebreid was tot woonhuis, door jhr Barnaart is gesloopt rond 1829. Het landgoed is goed terug te vinden op de kaart van Blaeu uit 1662. Een gelijkenis met de tuin van het Parijse Luxembourg is niet uitgesloten omdat Rene Descartes, die bevriend was met Studler van Surck, van de nieuwe tuin bij Luxembourg op de hoogte zal zijn geweest.
Een impressie van Anco Wigboldus (niet afgebeeld) toont hoe het gebouw oorspronkelijk gedacht is met ook een opvallende gelijkenis met het stadhuis op de Dam in Amsterdam.
Het terrein is eigendom van de gemeente Bergen en werd destijds in erfpacht gegeven aan de Volkshogeschool. Tegenwoordig wordt Het (Oude) Hof geëxploiteerd door Blooming.
Aan de achterzijde van het huidige bouw is een bijzondere muur in de tuin te zien.
Op de foto van de toegangsbrug uit plm. 1920 zijn twee nog aanwezige kanonslopen afgebeeld die er al in de 18e eeuw hebben gestaan. Later werd de mooie toegangsbrug verrijkt met een smeedijzeren hek. Op de hoek van de Sparrenlaan en de Eeuwigelaan staan nóg twee kanonslopen, gedeeltelijk ingegraven. Er bestaat enige twijfel over de herkomst van deze kanonslopen. Nooit is precies onderzocht uit welke periode ze stammen.
De tweede foto van omstreeks 1930 toont een weerspiegeling van de achterzijde.
Zwarte schuur
De Zwarte Schuur dateert al van voor 1851 en was oorspronkelijk een houtzagerij, houtopslag en timmermanswerkplaats. In de gracht lagen de bomen uit te wateren (van groeisappen te ontdoen). Via een glijgoot werden ze naar binnen in de raamzaag-installatie getrokken om tot planken of balken te worden verwerkt. In de lage aanbouw, de houtopslag, werden ze gedroogd. In de vijftiger jaren is deze werkplaats ontmanteld.
De eerste foto uit plm. 1948 toont de zijde met de hoofdentree.
De onderste foto, ook rond 1948 genomen, toont de achter- en de waterzijde. In de gracht liggen bomen uit te wateren om te wachten op verdere verwerking.
De Zwarte Schuur is tegenwoordig o.a. in gebruik als filmzaal door Cinebergen.
[zie ook diverse artikelen in de Kroniek].
Park Meerwijk
De villawijk Park Meerwijk wordt begrensd door de Studler van Surcklaan, Meerweg en Lijtweg en is in 1918 gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School.
Eén van de fraaiste stukjes architectuur, de drie-onder-één-kap villa Tamelone-Mevena-Rogier, werd reeds in 1922 door brand verwoest.
Zie ook de website http://www.jantromp.nl/index.html
Pensionaat
Op de eerste foto het begin van de bouw van het RK Pensionaat aan de Loudelsweg, datering 1907. De persoon loopt in de latere Sint Antoniusstraat.
De tweede foto (1908 of eerder) toont de aanbouw aan de oostzijde. Rechts de woning van rector B.A.A. Smeeman, die afkomstig was uit Monnickendam. Gesloopt in 1990 na meerdere brandstichtingen. Het verderop gelegen Retraitehuis, gebouwd in 1927, later De Vluchtheuvel, viel in 1990 ook ten prooi aan de slopershamer.
[Zie ook de Kroniek 12e jrg. nr. 2 blz. 8 ev.].
Petrus- en Pauluskerk
De huidige Petrus en Pauluskerk, het derde gebouw op die plek, aan de Dorpsstraat is gebouwd in 1924 (grote foto rechtsonder). Pastoor E.P. Rengs was een der eerste geestelijken. Op de bovenste foto links de eerste versie van de RK kerk. Datering 1810-1867. Pastoor C.F. Blom was een van de eerste geestelijken. De tweede kerk is gebouwd in 1867 met als eerste pastoor B.A. van ‘t Rood.
Zie het boek ‘Kerken in de Heerlijkheid’ van Frits David Zeiler en de Kroniek 11e jaargang nr. 2 blz. 6 e.v..
Renbaan
Waar nu de Hertenkamp is, had Jacob van Reenen in1898 een heuse wedstrijdrenbaan laten aanleggen. Die strekte zich uit van de Breelaan tot voorbij de Komlaan. De stallen van “Renstal Holland” waren gesitueerd naast het tegenwoordige ‘Verfhuis’ aan de achterzijde van het huidige blok winkels-horeca met bovenwoningen Breelaan 27-33. Paarden van buiten de regio werden vaak aangevoerd met ‘Bello’, waarvoor een speciaal perron op het stationsplein beschikbaar was.
De paardenrennen brachten heel wat vertier in het dorp. De belangstelling verminderde toen het wedden erbij werd verboden. De laatste wedstrijd was op 30 november 1910. In 1912 werd de renbaan verkaveld tot een villapark, het tegenwoordige Van Reenenpark. De lichtmasten en tribunes werden na sloop gebruikt voor huizenbouw aan o.a. de Prinsesselaan.
Ruïnekerk
Gebouwd in de periode1350 -1420 als opvolger van een kleinere tufstenen kapel op dezelfde plaats uit de 11e eeuw. Het was de eerste Bergense RK kerk en destijds gewijd aan de apostelen Petrus en Paulus. Na 1573 ging die band in de reformatie verloren. In brand gestoken op 21 februari 1574 na het beleg van Alkmaar door de troepen van Geuzenvoorman Diederic van Sonoy. Dit werd gedaan omdat de vrees bestond dat de Spanjaarden, die Alkmaar hadden belegerd en waren weggetrokken, weer zouden terugkeren om de kerk opnieuw te gebruiken als onderkomen. Tussen 1580 en 1597 werd alleen het koorgedeelte hersteld. Hoe groot de kerk oorspronkelijk geweest moet zijn, is te zien op een kaart uit 1566 van Adriaen Anthonisz. Deze verscheen kort na de drooglegging van de Egmonder- en Bergermeer. Het logo van de Historische Vereniging Bergen is gebaseerd op de Ruïnekerk en directe omgeving.
In 1799 werd de kerk wederom zwaar beschadigd. Vele kogelgaten en -inslagen getuigen nog van de strijd rond de kerk tussen de Bataafs-Franse troepen en het Engels-Russische invasieleger. Veel Russen zijn begraven onder het Russenduin en het Russisch Monument op de Russenweg, dat ook de herinnering aan de slagen bij Bergen en Castricum levend houdt. In museum ’t Sterkenhuis is een gedramatiseerd schilderij van de strijd rond de kerk te bekijken.
Toen de kerkvoogden in de 19e eeuw het ruïnegedeelte wilden opruimen, werd dit tegengehouden door de Academie van Wetenschappen. Daaraan danken wij nu nog het meest sfeervolle deel van Bergen. In het begin van de 20e eeuw is de muur langs de Raadhuisstraat 2 meter verplaatst richting kerk om het groeiende verkeer meer ruimte te geven. In de muur vinden we nog een hek, recht tegenover de Karel de Grotelaan, waar de vroegere Oostdorper Doodweg bij de kerk uitmondde. Het hek in de muur aan de westzijde tegenover Fabels bevond zich wel in de zichtlijn van de Kerkelaan (voorheen de Westdorper Doodweg), maar de Westdorper en Oudtburger Doodweg mondden in de praktijk uit bij de Dikke Boom.
Tijdens de restauratie van 1955-1961 o.l.v. architect C.W. Royaards werd de kerk iets vergroot en voorzien van een Zaans entreehuisje. Op de fraai gerestaureerde westgevel prijkt het jaartal 1958 ter herinnering aan de laatste grote restauratie. De circa 25 verweerde grafzerken kregen een plaats buiten de kerk, maar binnen de ruïnemuren. Op één van de zerken zien we een zandloper die voorzien is van twee vleugels, één van een vogel, de ander van een vleermuis. Het is de ‘vliegende tijd’, die dag en nacht het heden aan het verleden toevoegt. Andere bekende symbolen die we tegenkomen zijn het doodshoofd en de zandloper. Slechts het graf van Heer Wigbold Adrianus van Nassau-Bergen is achtergebleven in de grafkelder die niet voor het publiek toegankelijk is.
In 1943 is de uit 1888 daterende luidklok door de Duitse bezettingsmacht gevorderd.In 1970 werd de toren verrijkt met een carillon, bestaande uit 26 luidende klokken en een 27e die geen dienst doet (hierop staan de namen van de sponsors). Op 25 klokken staan de namen van 218 gevallenen in WO II en 1 klok is voor de naamloze gesneuvelden. Op de grootste klok: “Ik luid voor hen die voor onze vrijheid vielen en in Bergen rusten 1940-1945”. Tegenwoordig is de Ruïnekerk de enige protestantse kerk in Bergen en heeft een multifunctioneel karakter gekregen. Om die reden is in 2003 het ‘Zaanse huisje’ opgenomen in een grotere aanbouw met eigentijdse voorzieningen. Het huidige orgel is afkomstig uit de Hervormde Kerk van Koog aan de Zaan en dateert uit 1886. In 1913 werd dit instrument door de Kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente van Bergen aangekocht. In 1960 werd het orgel vergroot en gerestaureerd. In 1994 werd het instrument geherintoneerd en in 2010 werd een grote schoonmaak en revisie uitgevoerd. Beluister het door Frank van Wijk bespeelde orgel: Preludium, Largo en Fuga in C (BWV 545) – J.S. Bach. Meer gegevens over kerk en orgel op de website van de Ruïnekerk Bij de beheerder van de kerk is een CD van het orgel te koop.
Door de Bergense auteur J.J. Schilstra werd een boekje geschreven over de Ruïnekerk. Verkrijgbaar in de kerk of bij de beheerder.
Russisch Monument
Op de hoek van de Russenweg met de Notweg staat sinds 1901 een Russisch Orthodox Kruis ter nagedachtenis aan de vele gesneuvelde Russen tijdens de Slag van Bergen in september 1799 (zie ook bij de “Slag bij Bergen”). Het is eigendom van Rusland in Nederland.
In vergulde letters staat te lezen: Ter eeuwige gedachtenis aan de Russische krijgers gevallen bij Bergen op de 8e en 21e september van het jaar 1799 (Russische jaartelling; volgens de Westerse jaartelling is dit 19 september en 2 oktober).
De onderste foto is genomen tijdens de herdenking in 1999 op het geallieerde kerkhof aan de Kerkedijk.
Zie het Themanummer 4 april 1998 en de Kronieken 6e jrg. nr 1 en 14e jrg. nr 1.
Rustende Jager
Deze voormalige herberg met doorrijstal voor paarden, op de hoek van de Breelaan en de Karel de Grotelaan en tegenover de Ruinekerk, bestaat in naam al van voor 1662.
In de eerste helft van de 20e eeuw is deze herberg uitgebreid met een schouwburg-bioscoopzaal, eetzaal met waranda, terras en theetuin. In het begin van de 21e eeuw zijn deze uitbreidingen gesloopt om plaats te maken voor het Grand café Gusto, nu Loetje, en een supermarkt, ondergrondse parkeergarage en boven dit geheel appartementen. De oude herberg met de doorrijstal is behouden gebleven, doch onder de namen d’ Alderliefste en de Taveerne. Dit alles is uitgebreid te lezen in HVB Themanummer 5 van juni 2003.
Op de bovenste foto het terras van de Rustende Jager aan de Breelaan anno plm. 1930.
Omstreeks 1948 werd de onderste foto met rechts de toenmalige Karel de Grootelaan gemaakt
Slag bij Bergen
Een invasie in Noord-Holland, zware gevechten bij Callantsoog, Schoorl, Bergen, Egmond, Castricum en andere plaatsen in de nazomer en herfst van 1799. Een expeditieleger van 40.000 Engelsen en Russen was gekomen om een leger van 20.000 Fransen en Bataven (Fransgezinde Nederlanders) te verslaan. Daarna zou het Huis van Oranje weer in ere gesteld worden. Zover is het nooit gekomen: het Engels-Russische leger capituleerde op 18 oktober 1799 in Alkmaar.
Strijdtonelen o.a.: 19 september bij Bergen, 2 oktober bij Bergen aan Zee en 6 oktober bij Castricum. Een greep uit de gevolgen: een beschadigde Ruinekerk in Bergen en een grotendeels vernield Schoorl, alleen de kerk daar uit 1783 doorstond het geweld. Vele duizenden gesneuvelden en nog veel meer gewonden. Gesneuvelde Russen werden o.a. bij het Russenduin en het latere Russisch monument (plm. 560) begraven.
Op de aquarel van Dirk Langendijk links de Bataafs-Franse troepen en rechts de Engels-Russische. Geheel rechts het uithangbord van herberg “De Jagers”.
Stations en Bello
Met weemoed denken velen terug aan ‘BELLO’, Stoomloc NS 7742, de enig bewaard gebleven stoomlocomotief van de serie 7700 die o.a. dienst deed op de spoorlijn tussen Alkmaar en Bergen aan Zee.
Het begon op 20 juli 1905 met de stoomtramlijn Egmond aan Zee-Alkmaar-Bergen.
Op 25 juni 1909 werd deze als enkelspoor doorgetrokken naar Bergen aan Zee en menig paard op de renbaan schrok, ondanks aangebrachte rietmatten, als een dampende en fluitende locomotief langs reed.
De spoorverbinding werd op 20 sept. 1914 gestaakt wegens de 1e WO. De glorietijd lag tussen 1 juli 1925 en 1931, toen een rechtstreekse badtrein/sneltram van Amsterdam CS naar Bergen aan Zee v.v. reed.
In 1931 werd de lijn Amsterdam-Alkmaar geëlektrificeerd, de badtrein werd gestaakt en men moest weer overstappen in Alkmaar. Hoewel er na WO II sprake was van grote belangstelling ‘s zomers, in de wintermaanden werd verlies geleden. Uiteindelijk werd de spoorlijn in 1955 opgeheven. Op 31 aug. vond de laatste rit plaats: een tumultueuze nachtelijke rit die om 22.45 uur vertrok uit Alkmaar om via Bergen en Bergen aan Zee weer terug te keren in Bergen met als eindstation Alkmaar CS om 01.00 uur op 1 september. De NS was goed op sabotage en rellen voorbereid.
Het station en de rails werden afgebroken en het Plein verrees.
Voor meer informatie zie: website Nico Spilt en stoomtram Hoorn-Medemblik en de Kronieken 2e jaargang nr 2, 12e jaargang nr 2 en 16e jaargang nr 1.
Steenfabriek
De grootste fabriek die Bergen ooit gekend heeft was de zandsteenfabriek van A. Maschmeijer aan de Kogendijk (foto plm. 1930). De productie bedroeg plm. 20.000 stenen per dag.
De bouw startte in 1903 en de sloop vond plaats in 1943.
Op de onderste foto een groot deel van het personeel, waarvan de meesten uit het plaatsje Rhenen kwamen.
Vooraan geknield van L naar R: Waal, Feld, Bram Mol en het zoontje van Zonneveld. Staand van L naar R: Aart Nieuwehuis, Antoon Jansen jr., Kees Brammer, Pietje Ploeger, Willem Haring, Teeuwes, Ewijk, Louwie van ‘t Zant, Hendrik Mol, Toon Jansen, Piet Veld, Gerrit Groet en Arie de Zeeuw.
Zie het Themanummer 7, februari 2008.
Vliegveld
Kort voor het uitbreken van WO II kreeg Bergen een heus vliegveld. Het werd in gebruik genomen op 17 juli 1939. Bijna 2 jaar daarvoor was aangekondigd dat de aanleg in de Bergermeer zou gaan plaatsvinden om redenen van landsbelang.
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 verschenen de eerste Duitse jagers en bommenwerpers en werd het militaire vliegveld gebombardeerd. Van de 13 op het betonnen platform opgestelde G.1 toestellen, toen de snelste en beste jager die onze luchtmacht bezat, werden er 12 vernield. Ook vielen er 3 doden. Na de capitulatie werd het vliegveld hersteld en gecamoufleerd en stationeerden de Duitsers hier vooral Messerschmitts 110.
Op 4 mei 1944 vond een zwaar bombardement plaats door de Britten. Een Amerikaanse bommenwerper gooide op 28 mei 1944 de laatste bommen op ‘Bergen’. Na de landing in Normandië op 6 juni 1944 bliezen de Duitsers het resterende vliegveld op. Op woensdag 2 mei 1945 dropten de geallieerden 1500 voedselpakketten, eindelijk een vreugdevolle gebeurtenis.
Augustus 2011 staat het het vliegveld op de nominatie om onderdeel te worden van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van de overheid, waarschijnlijk inclusief het bijbehorende mobilisatiecomplex. Het is voorlopig in beheer bij Natuurmonumenten.
De bovenste foto van Jhr. B. Sandberg, genomen in 1939, toont naast de hangars de boerderij van Blokker op de hoek met de Groeneweg. Op de 2e foto de Fokker G.1 op het platform voor een van de hangars.
Zeer uitgebreide info met ruim 450 foto’s is te vinden in het boek “VLIEGVELD BERGEN NH 1938-1945”.
[Zie ook het Themanummer 1, mei 1995]
Vredeskerkje
Bergen aan Zee werd in 1918 van een heus kerkje voorzien, in de vallei tussen de Zeeweg en de Trambaan. Bestemd voor alle geloven is het de eerste oecumenische kerk in Nederland gericht op de vrede, niet gebonden aan welk kerkgenootschap dank ook. Het staat op provinciale monumentenlijst.
Op de achtergrond is de, toen nog niet verhoogde toren van huize Glory te zien.
Architecten baron H.L. Taets van Amerongen en P. Elders. De preekstoel werd gemaakt door diverse buitenlandse kunstenaars. Er zijn fraaie gebrandschilderde ramen aangebracht van La Croix en Bogtman met de familiewapens van Van Reenen en Völter.
Zie het jubileumnummer Bergen aan Zee, juni 2006.
Witte Kerkje
Het “Witte Kerkje” is gebouwd in 1927 voor de Gereformeerde Gemeente.
Deze foto met een nog kale Dokter van Peltlaan werd in 1930 genomen.
Architect was Berend Tobia Boeyinga, die ook garage Koster aan de Breelaan ontwierp.
Na verkoop van het provinciale monument is in 2011 gestart met het geschikt maken voor woondoeleinden.
Zee-Aquarium
In 1951 ontstond het idee voor het oprichten van een Zee Aquarium. Het initiatief was afkomstig van de familie Jager uit den Haag; de heer J.C. Jager was de eerste eigenaar. In 1954 werd het Zee Aquarium officieel geopend, gevestigd in de kelders van het voormalige Nassau-Bergen (zie de foto).
In het begin van de zestiger jaren werd restaurant Neptunus bovenop het zeeaquarium gebouwd naar een prijswinnend ontwerp van architect Boon. In oktober 1961 werd het als Motel bedoelde restaurant met de ernaast liggende 9 bungalows en parkeerterrein officieel geopend.
In 1986 werd de exploitatie van Neptunus als restaurant opgeheven en werden hier appartementen in gerealiseerd.
De familie Jager werd opgevolgd door de familie De Vries. Daarna heeft het Zee Aquarium een tijd leeg gestaan daar de eigenaar (projectontwikkelaar Matser) het niet langer wenste te verhuren, maar het gehele complex wilde verkopen. In het begin van de zeventiger jaren werden het Zee Aquarium en Neptunus verkocht aan Gerard Hanse,
Daarna was Frans Peters, een neef van Gerard Hanse, korte tijd mede-exploitant/aandeelhouder. Na enkele jaren overleed Gerard en vervolgens heeft mevrouw A.M. Hanse de exploitatie zelfstandig voortgezet. In 1996 werd Dirk Majewski mede-vennoot en leidde het bedrijf verder samen met zijn moeder. Sinds 1 januari 2001 is D.H.D. Majewski enig aandeelhouder van het Zee Aquarium en het bovengelegen onroerend goed, restaurant ’t Strand en Neptunus.
Zwembad De Beeck en wat daaraan vooraf ging
Aan de Beatrixlaan op de hoek met de Prins Hendriklaan werd in 19xx een zwembad gebouwd. Deze eerste versie van De Beeck werd gesloopt in 1993 en leeft vanaf 1995 verder als zwembad-sporthal aan het Molenweidje op de hoek met de Kerkedijk. De naam De Beeck is bedacht omdat het vlak naast de uitloper van de dorpsbeek was gelegen.
In 2017 is is het complex afgebrand, waarschijnlijk door brandstichting.
Boven een interieur van het eerste gebouw en onder de laatste versie met ligweide.
Zwembaden Karperton en Pesie
Aan de Groeneweg werd in 1933-1934 een zwembad aangelegd bij De Karperton. Eigenaar van de Karperton was de familie Judell.
Onder de naam Pesie’s familiebad “De Bergermeer” opende Hendrik Pesie op 16 mei 1936 een nieuw zwembad aan de Bergerweg.
Op de foto van het Familiebad De Bergermeer ziet u de lesbrug waar men aan de hengel ging. In het midden de entree met kassa. De onderste foto van plm. 1950 toont de springplanken en glijbaan van Pesie’s Natuurbad aan de Bergerweg. Tegenwoordig is hier – op het grondgebied van Alkmaar – De Batavier gevestigd.